Sterven in vrijheid

Het klinkt zo mooi: de voorgenomen samenwerking tussen FACO en Holland Pharma, waarbij FACO in concreto een dochterbedrijf van Mosadex wordt, is in een volgend stadium terechtgekomen. Dit bericht komt vlak nadat Jos Jongstra tijdens de jaarlijkse D.I.O. Relatiedag bekendmaakte dat alles ‘zo goed als rond’ was. Maar wat betekent het bericht van de ACM? Het staat wat cryptisch in het persbericht: “De ACM heeft als toezichthouder de taak om een zorgvuldige afweging te maken of deze concentratie een significante belemmering van de mededinging op onder meer de groothandelsmarkt voor drogisterijartikelen tot gevolg heeft. Holland Pharma en FACO/D.I.O. verwachten dat de ACM in een tweede fase tot de conclusie zal komen dat de voorgenomen concentratie niet leidt tot een dusdanige belemmering van de mededinging.”

Hier even op nagebeld (met Cor Geldhof, hoofd formulemanagement bij D.I.O.), wordt het volgende duidelijk: de ACM heeft er absoluut vertrouwen in dat de fusie voor de consument geen nadelige gevolgen heeft. Mooi. Maar het vraagt zich nu af of de zelfstandige ondernemer, als de fusie een feit is, nog wel genoeg keuzevrijheid heeft: zijn er nog voldoende groothandels waar hij zijn waren kan betrekken, of wordt hij in die keuze beperkt? Het is die vraag waar de ACM zich, na de vakantie, over gaat buigen. Ik heb begrepen dat het een week of dertien kan duren voordat op die vraag een antwoord is geformuleerd.

Bedijking

De vraag van de ACM is an sich natuurlijk legitiem: als zelfstandige moet je je keuzevrijheid kunnen behouden, anders ben je in feite ook geen zelfstandige meer, maar verkapt filiaalbedrijf. Maar wie even naar de huidige markt kijkt, ziet wat voor een bizarre situatie hiermee gecreëerd wordt. Want in wezen houdt de ACM de uiterst noodzakelijke concentratie van het zelfstandigenkanaal tegen. Waar al meer dan tien jaar binnen initiatieven als Samen Sterk wordt gesproken over samenwerking aan de achterkant, de noodzaak om van zes naar circa een of twee DC’s te komen, om gezamenlijk een alternatief te kunnen bieden naast het grootwinkelbedrijf, daar besluit de ACM met deze overweging dat een dergelijke samenwerking tegen de wet kan zijn. En dat dat, als het besluit dat het inderdaad de keuzevrijheid van de zelfstandige teveel beperkt, dus altijd is geweest.

Waar het grootwinkelbedrijf alleen maar doorgroeit, wordt het zelfstandigenkanaal nu door de overheid tegengehouden. Het is alsof het water in de rivieren aan het stijgen is, maar het je bij wet verboden wordt om samen de bedijking te verbeteren.

Keuzevrijheid voor zelfstandigen is een groot goed. Maar dan moeten er nog wel zelfstandigen zijn die van die vrijheid kunnen genieten. Als de ACM straks met een ferm ‘nee’ tegen de fusie aan komt zetten, wordt dat laatste steeds twijfelachtiger.

Antal Giesbers