In het onderzoek zijn twee groepen gevolgd: een groep deed elk uur twee minuten een activiteit van lage intensiteit (bijvoorbeeld wandelen), de andere groep deed eens per week oefeningen van hoge intensiteit (hardlopen, gewichtheffen). Wat bleek: de groep die lage-intensiteitactiviteiten deed, lieten een grotere gezondheidsverbetering zien, zoals een verbetering van het cardiovasculair systeem en een verminderd risico op obesitas en diabetes. Dit toont aan dat het regelmatig activeren van je lichaam voor een korte tijd beter is dan af en toe hoge intensiteitssporten uit te voeren. Sterfterisico’s gerelateerd aan een levensstijl waarbij nauwelijks word bewogen zijn inderdaad afhankelijk aan de hoeveelheid uren die inactief besteed worden, zittend op een stoel.
Dansende brein
De boodschap is dus: beweeg liever wat vaker dan dat je eens per week intensief sport. Maar waarom dan specifiek dansen adviseren? Onderzoek heeft aangetoond dat er specifieke structurele en functionele kenmerken zijn in het ‘dansende brein’.
Dansen zet je aan het denken, want het reproduceren van dansstappen vereist zelfcontrole. Hierbij betrokken zijn alle mentale vaardigheden die betrokken zijn bij het programmeren en uitvoeren van acties: korte termijn-geheugen, planning, aandacht focussen, multitasking, etc. En juist deze vaardigheden verslechteren bij neurodegeneratieve ziektes zoals de ziekte van Parkinson.
Maar dansen doet ook voelen, want dans is een lichaamstaal waar emoties bewegingen worden. Deze belichaamde vorm van expressie heeft een sterke sociale dimensie en lijkt met name geschikt voor psychische problematiek waar communicatie en expressie aangedaan zijn.
Elk uur eventjes dansen is dus goed voor je gezondheid – en naar het lijkt effectiever dan eens per week intensief sporten.