IPad-drogist gaat voorlopig niet door

Gistermiddag heeft de Eerste Kamer besloten om de wijziging van artikel 62 van de Geneesmiddelenwet, die werd voorgesteld in de Verzamelwet VWS 2022, niet als wet in te voeren. Als demissionair minister Kuipers of zijn vervanger toch nog van plan is om deze wijziging door te voeren, moeten ze dit opnieuw als apart wetsvoorstel aan het parlement voorleggen. Hierdoor is het idee van de IPad-drogist voorlopig van de tafel geveegd, geen wettelijke goedkeuring voor nu!

Op 4 juli diende senator Tiny Kox (SP) een motie in omdat het specifieke onderdeel van de Verzamelwet te controversieel was om te worden behandeld als onderdeel van een Verzamelwet of Veegwet. “De voorgestelde wijziging van de Geneesmiddelenwet roept aanzienlijke bezwaren op bij organisaties van huisartsen, internisten, trombosediensten, apothekers, drogisten en ook bij de Consumentenbond. Dit onderwerp is uitvoerig besproken in de Tweede Kamer en heeft ook de aandacht gekregen in de Eerste Kamer, waarbij verschillende fracties hun bezorgdheid hebben geuit. Het is duidelijk dat er sprake is van politieke controverse rondom deze voorgestelde wijziging, waardoor het niet voldoet aan de vereisten van verzamelwetgeving.”

Seperaat wetsvoorstel

De motie van Kox roept de regering op om een “eventuele wijziging van artikel 62 van de Geneesmiddelenwet in een apart wetsvoorstel aan het parlement voor te leggen”, en de meerderheid van de Eerste Kamerleden steunt deze motie. Alleen de VVD, BBB en D66 waren tegen de motie, waardoor deze met 44 tegen 31 stemmen is aangenomen. Hierdoor zal het onderdeel met betrekking tot de IPad-drogist uit de Verzamelwet VWS niet als wet worden ingevoerd.

Jos Jongstra, directeur CBD: “Het is gezien de ontwikkelingen in Den Haag nog niet duidelijk of en wanneer de overheid zich opnieuw over de kwestie van de IPad-drogist zal buigen. We vinden het goed dat de wetswijziging nu uit de Verzamelwet is gehaald en de overheid de discussie over verantwoorde zorg bij de verkoop van zelfzorggeneesmiddelen op de juiste wijze en met alle relevante partijen moet gaan voeren.”