Gezondheidswinst door bredere toepassing van kennis

Saskia Geurts, directeur van NPN geeft aan dat de organisatie streeft naar meer bewustzijn van het nut van suppletie, maar ook naar verantwoord gebruik. ‘Wij vinden het belangrijk dat de kennis gedeeld wordt over interacties van supplementen met geneesmiddelen als ook de voordelen van tegelijk gebruik. Met verantwoorde inzet van supplementen is gezondheidswinst voor de gebruiker te behalen.’

2 kanten van de medaille

De relevantie van geneesmiddelen interacties met voeding(ssupplementen) wordt vaak onderschat en over het hoofd gezien. Renger Witkamp, professor in Nutritional Biology – Wageningen University legde uit dat bepaalde voedingssupplementen de werking van medicijnen kunnen beïnvloeden, waardoor deze beter of juist minder werkzaam worden. Aan de andere kant kunnen geneesmiddelen ook een nadelig effect hebben de voedingstoestand van een individu. Voedingssupplementen kunnen dan juist een goede aanvulling zijn wanneer er door langdurig medicijngebruik nutriënttekorten ontstaan.

Wetenschappelijke basis

Er komt steeds meer aandacht in de literatuur voor het nut van voedingssuppletie bij gebruik van geneesmiddelen. Micha Vrolijk, Assistant Professor – Maastricht University liet zien dat er bijvoorbeeld veel bewijs is dat probiotica kan helpen bij het voorkomen van antibiotica geassocieerde diarree. Dit is nog niet opgenomen in de NHG standaard. Hij roept artsen op om hier iets mee te doen. Daarnaast zijn er associaties bekend tussen het gebruik van statines en spierpijn. Hierbij zouden tekorten aan co-enzym Q10 en vitamine D een rol kunnen spelen. Een ander voorbeeld van het effect van geneesmiddelen op de voedingsstatus is het chronisch gebruik van NSAID’s. Dit kan leiden tot maag- en darmzweren. De bloedingen die hierdoor ontstaan kunnen een lage ijzerstatus tot gevolg hebben. Ook maagzuurremmers kunnen een effect hebben op de hoeveelheid nutriënten in het bloed. Protonpompremmers, een groep maagzuurremmers kunnen er voor zorgen dat vitamine B12 minder goed wordt opgenomen.

Impact van polyfarmacie

André Janse, Klinisch Geriater – Ziekenhuis Gelderse Vallei benoemde dat voornamelijk polyfarmacie, het gelijktijdig gebruiken van meerdere geneesmiddelen, wordt geassocieerd met een slechtere voedingsstatus. Zo hebben veel mensen die meerdere geneesmiddelen tegelijk gebruiken, een vitamine D tekort, ongeacht het type geneesmiddel. Er is echter geen causaal verband aangetoond. Ook wordt een vitamine B12 tekort gerelateerd aan polyfarmacie. André gaf aan dat wanneer er associaties tussen geneesmiddelen en nutriënt deficiënties bekend zijn, het wenselijk is om de gehaltes aan nutriënten in het bloed te meten. Ondanks dat het bepalen van bloedwaarden geld kost past dit toch bij zinnige en zuinige zorg gaf André aan. Het in een vroeg stadium signaleren van interacties kan op lange termijn kosten besparend zijn.

De rol van de (farma)diëtist

Door een betere samenwerking tussen apotheek, arts en diëtist kunnen bijwerkingen van geneesmiddelen in de vorm van nutriënt tekorten beter in beeld komen en worden behandeld. Ilona Suurs, diëtist – Elizabeth Tweestedenziekenhuis benadrukte dat er ook meer aandacht moet zijn voor de klinisch relevante interacties tussen voeding, dieetpreparaten en geneesmiddelen. Het ETZ heeft hierom de Eten&Medicijnwijzer uitgebracht. Hierop staan bij de 20 meest voorgeschreven geneesmiddelen een inname advies, eventuele interacties, mogelijke tekorten en een extra advies.

Discussie

Na het informatieve gedeelte, volgde een boeiende discussie. Bijna iedereen was het er over eens dat informatie over interacties bij de uitgifte/verkoop van medicijnen én supplementen gegeven moet worden. Echter, waren de meningen over waar en door wie die informatie verstrekt moet worden nog verdeeld. De apotheker werd hierbij wel het meest genoemd. Driekwart van de aanwezigen zien graag dat brancheorganisaties het voortouw nemen in het verstrekken van informatie aan zorgprofessionals.

Bijna 95% van de deelnemers was het er over eens dat vitamine- en mineraaltekorten aangevuld moeten worden met voeding én voedingssupplementen. Een enkeling zag hier een rol voor alleen voeding of alleen suppletie, niemand zag hier een rol voor geneesmiddelen.

Wetenschappelijk bewezen interacties worden nog niet goed toegepast in de zorg, vond men. Het zou een goede stap voorwaarts zijn als apothekers en artsen rekening houden met gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen en supplementen. De meningen verschilden over of de mate van (wetenschappelijke) onderbouwing voor een interactie voldoende duidelijk is. Ook kwam er naar voren dat de meesten aanwezigen graag een instantie zouden zien die verantwoordelijk is voor het verzamelen van interacties tussen voedingssupplementen en geneesmiddelen. Aanwezigen gaven aan dat hierbij wellicht een rol voor de overheid ligt. Saskia Geurts: ‘Het droomscenario voor de toekomst is een database met informatie over interacties tussen voeding en geneesmiddelen’. Een instelling  die al een systematiek heeft voor het kijken naar bijwerkingen, zou hiervoor een aangewezen partij kunnen zijn.

Samenwerking

De werkgroep Voeding & Farma analyseert en onderzoekt interacties tussen voeding, voedingssupplementen en medicijnen. CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen), Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis en Wageningen University & Research zijn verbonden aan de werkgroep. De brancheorganisatie NPN, waar meer dan 100 bedrijven zijn aangesloten, heeft meerdere factsheets over interacties gepubliceerd en informeert gebruikers van voedingssupplementen en medicijnen over het tegelijk gebruik ervan.

Foto: NPN/InThePicture