De Miljoenennota, die traditiegetrouw dinsdag 23 september werd gepresenteerd, heeft – even traditiegetrouw – op verschillende manieren impact op de drogisterijwereld. Dit omdat de zelfzorgretailerop de brueklijn zit van enerzijds (nuldelijns)zorg en anderzijds de koopkracht en inkomens van consumenten. Beide kanten belichten we hier in het kort.
Zorg
De overheid wil vooral dat zorg betaalbaar en toegankelijk blijft. Daarbij is er geld voor zorgpersopneel, maar vooral wil het kabinet dat de zorgpartijen meer gaan samenwerken, en de beperkte capaciteit van de zorg beter verdelen. In 2023 trekt het kabinet daar € 300 miljoen voor uit. Tegelijk gaan zorgpremie en zorgtoeslag volgend jaar omhoog naar een totale zorgpremie van gemiddeld € 137 per maand en een zorgtoeslag van € 154 per maand.
Een ander kernwoord is zelfredzaamheid: om ervoor te zorgen dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, trekt het kabinet € 280 miljoen uit voor het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor ouderen (WOZO). Ook wil het kabinet betere voorbereid zijn op een volgende pandemie, en is er subsidie voor de opleiding van personeel in de acute zorg.
Nationaal Preventieakkoord
Belangrijker voor de zelfzorgretailer is het voortgaande streven naar een gezondere bevolking onder het Nationaal Preventieakkoord, dat vorig jaar werd afgesloten. Hierbij streeft het kabinet naar ‘de Gezonde Generatie in 2040’. Dit wil het kabinet onder meer bereiken door extra in te zetten op het tegengaan van overgewicht, het aantal rokers te verminderen, en problematisch alcoholgebruik terug te dringen. Daarnaast komt er extra aandacht voor mentale gezondheid en meer focus op sport en bewegen. Doel is dat in 2040 75% van de mensen minstens 2,5 uur per week beweegt.
Om dit te bereiken, wil het kabinet onder andere meer doelgroepen bereiken en sporten en bewegen voor iedereen toegankelijk maken. Daarnaast zet het kabinet in op het versterken en behouden van een sterke sportsector, het bevorderen van kansengelijkheid in de sport, en het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport. Het Nationaal Preventieakkoord vindt u HIER>>
Koopkracht
Het kabinet trekt in de Rijksbegroting voor volgend jaar onder meer veel geld uit voor de ondersteuning van koopkrachtproblemen. Structureel herstel van de koopkracht moet in de eerste plaats komen door een stijging van de lonen. Daarnaast neemt het kabinet ook forse maatregelen om mensen met lage en middeninkomens te ondersteunen. Niet alleen volgend jaar, maar ook de jaren daarna.
Koopkrachtmaatregelen
- Er komt een tijdelijk maximum op de gas- en elektratarieven om de energierekening behapbaar te houden en houvast te bieden. Voor de meest kwetsbare huishoudens komt er een energietoeslag en worden de zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget verhoogd.
- Om mensen structureel te helpen, gaat het minimumloon in 2023 met 10% omhoog, eerder en meer dan was gepland. De AOW en arbeidsgerelateerde uitkeringen stijgen mee.
- Om te zorgen dat mensen meer inkomen overhouden uit hun werk worden de lasten op arbeid structureel verlaagd. Het 1e tarief van de inkomstenbelasting gaat omlaag en de arbeidskorting omhoog. Op deze manier worden ook middeninkomens ondersteund.
In totaal is hiervoor in 2023 € 17,2 miljard beschikbaar, waarvan € 5 miljard structureel. De maatregelen worden voor een deel bekostigd doordat het kabinet stappen zet om de belasting op arbeid en vermogen meer met elkaar in balans te brengen.
Ondernemersimpact
Het kabinet wil het wettelijk minimumloon op 1 januari 2023 met ruim 10% verhogen. Daarnaast komt het kabinet met een prijsplafond op de energierekening. Dit prijsplafond geldt voor de eerste 1200 m³ voor gas en 2400 KWh voor elektra voor huishoudens én voor ondernemers. Daarboven wordt de marktprijs berekend. Verder investeert het kabinet, verspreid over meerdere jaren, 100 miljoen euro in winkelgebieden.
Ondernemers gaan vanaf 1 januari 10,4% overdrachtsbelasting betalen bij aankoop van bijvoorbeeld een bedrijfspand. De maatregel moet starters en doorstromers meer ruimte bieden. De winstbelasting gaat verder omhoog en de schijf van het lage Vpb-tarief gaat omlaag. Verder wordt de doelmatigheidsmarge afgeschaft en wordt de zelfstandigenaftrek verder afgebouwd.