“In mijn beleving begon de coronacrisis rond 10 maart in Nederland te spelen, al waren we er nog niet echt van bewust hoe ernstig het was. We zijn toen als bestuur en bureau bij elkaar gaan zitten, en daarna hebben we elke twee weken digitaal contact gehouden over: wat is de stand van zaken, wat is belangrijk en hoe reageren wij daarop? Daarbij hebben grootwinkelbedrijf en zelfstandigen één lijn getrokken, omdat het belangrijk was dat alle stakeholders – en met name de overheid – zich bewust zouden zijn van de essentiële rol die drogisterijen in dit traject spelen.”
Gezien het feit dat een pandemie altijd een realiteit kan zijn: lag er bij het CBD een noodplan klaar?
“Nee, maar ik betwijfel eigenlijk of de overheid zelf zo’n plan had! Maar wij zijn wel zo georganiseerd dat we snel kunnen overleggen, reageren en een plan hebben. In het bestuur zitten alle belangrijke partijen: directies van de zelfstandigenformules, het grootwinkelbedrijf en vertegenwoordiger van de KNDB. Dus als we iets beslissen, dan gebeurt het snel. Zo waren we de eerste branche met een op het coronavirus afgestemd winkelprotocol over hoe om te gaan met de veiligheid van medewerkers en klanten. Dat protocol is het voorbeeld geweest voor allerlei andere branches.”
Protocol
Konden jullie bouwen op bestaande protocollen?
“Nee, want die bestonden niet. Maar de bestaande RIVM-richtlijnen gaven ons voldoende houvast om zelf een aantal maatregelen te ontwikkelen. Een daarvan was ‘winkeltje in-winkeltje uit’. Ons uitgangspunt was één klant per 10 vierkante meter winkeloppervlak. En dat bij het maximale aantal klanten in de winkel er pas een nieuwe consument naar binnen mag als er iemand de winkel uitgaat. Je kunt makkelijk toezicht houden via het aantal winkelmandjes dat je beschikbaar stelt. Ons protocol wordt nu ook door andere retailbranches gebruikt als ze bij de overheid aankloppen om open te mogen. En het is naar mijn gevoel alweer tijden geleden dat we testers en samplers in de winkel haalden, en drop uit schepbakken.
We hebben daarnaast ook de advisering gewaarborgd door een herkenbare plaats in de winkel af te tapen voor advies – dat is een branchespecifieke maatregel, waarmee we richting overheid en consumenten onze essentiële adviesrol wilden borgen.
Zo’n protocol staat of valt met de uitvoering. En ik kan wel zeggen dat het erg goed is opgepakt door de winkelmedewerkers. Die verdienen echt een pluim!”
Run
Hebben jullie leveranciersorganisaties als Neprofarm en NPN bij jullie overleg betrokken?
“We hebben met tal van organisaties overleg en samengewerkt. Van ministeris van VWS en EZ, Retail Nederland, VNO-NCV, de geneesmiddelenautoriteit CBG en ga zo maar door. Onze focus was toch primair: hoe zorgen wij ervoor dat de overheid inziet dat de drogist bij die essentiële voorzieningen hoort, en dat onze winkels open moeten kunnen blijven. Overleg met derden gebeurde met name binnen de kaders van het coronaberaad over de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Daarin praten we, naast de overheid, ook met de zorgverleners, de koepelorganisatie van de leveranciers, apothekers en huisartsen. Onze taak betrof vooral het rapporteren over de beschikbaarheid van zelfzorggeneesmiddelen: wat is er nog in de keten beschikbaar, wat zijn de prognoses daarvan, waar gaan eventuele tekorten ontstaan? Daarom hebben we met alle drogisterijen continu de voorraad gemonitord. Er ontstond namelijk in maart een run op paracetamol na advies van huisartsen om er de ongemakken van Covid-19 mee te bestrijden. Er was op zich voorraad genoeg maar het werd onder onze handen weggetrokken! Omdat het belangrijk was dat paracetamol beschikbaar zou blijven, hebben we de maatregel ingesteld dat klanten maximaal drie, en later maximaal 2 verpakkingen konden kopen. Apothekers zagen die noodzaak eerst niet, maar die limiet is uiteindelijk toch overgenomen. Ook de plaats van verkoop hebben we aangepast: achter de kassa. Verder hebben we paginagrote advertenties geplaats in de Telegraaf, Het AD en het Financiele Dagblad om het publiek op te roepen alleen zelfzorggeneesmiddelen te kopen die echt nodig zijn. Ook heeft de voorzitter van het CBD, Ed van de Weerd, tal van interviews gegeven over de meerwaarde van de drogist en het gedrag van klanten.”
Cruciale beroepsgroep
Hoe hebben jullie de overheid ervan overtuigd dat de drogist een essentiële rol in dit proces speelt, en dus open zou moeten blijven?
“Eigenlijk was de overheid er met betrekking tot de geneesmiddelenvoorziening vrij snel van overtuigd dat de drogist heel erg belangrijk was. De drogist ontzorgt de apotheker die het al erg druk had. En dus werden drogisterijmedewerkers meteen toegevoegd aan de cruciale beroepsgroepen. Drogisterijmedewerkers staan wat dat betreft in het rijtje van de verpleegkundige, arts en apotheker. Die positie als cruciaal beroep was een erkenning van onze rol, maar ook cruciaal voor de medewerkers, want die konden gebruik blijven maken van school en kinderopvang.”
Nuldelijns
In hoeverre kan het CBD de gelegenheid aangrijpen om de rol van de drogist als nuldelijnszorgspecialist verder bij stakeholders op de kaart te zetten?
“Onze eerste focus lag natuurlijk op zaken die corona-gerelateerd zijn, zoals paracetamol, pijnstillers en neusdruppels, Maar we hebben ook aangegeven dat drogisten niet alleen een essentiële rol spelen in de geneesmiddelenvoorziening. Want onze hygiënische producten kun je gebruiken om besmettingen tegen te gaan. Denk ook aan het belang van vitamines. We richten ons ook beschikbaar blijven van middelen voor kleine kwalen. Want kwalen als hooikoorts en rugpijn gaan gewoon door. Het is niet alleen belangrijk dat mensen die middelen kunnen blijven kopen, al is het maar om ervoor te zorgen dat de klacht niet verergert. We zijn er dus gericht op het beschikbaar zijn en houden van middelen voor én het advies over kleine kwalen. Daarmee kunnen we de huisarts – en ook de apotheker – zoveel mogelijk ontlasten, wat precies de bedoeling van nuldelijnszorg is. Ik denk dat onze lobby daaraan heeft bijgedragen, we hebben de vruchten geplukt van het werk van de afgelopen jaren. Niet dat dat inzicht overal heerste: het heeft even geduurd voordat het kinderdagverblijven en scholen duidelijk was dat ook drogisterijmedewerkers tot de cruciale beroepsgroepen behoorden. Met ondersteuning van de overheid hebben we die, via de betreffende brancheorganisaties, daar wel van kunnen overtuigen.”
Keurmerk
De coronacrisis is nog lang niet voorbij, en ik vermoed dat jullie flexibel op de omstandigheden moeten blijven inspelen.
“Inderdaad. De coronacrisis lijkt nu af te vlakken maar we weten niet of er een tweede golf konmt. En dus we blijven kijken of het protocol aangepast moet worden. We zorgen met het nascholingsplatform ook continu voor nieuwe informatie die je als winkelmedewerker nodig hebt. Neem hooikoorts: de symptomen daarvan lijken erg op die van corona, dus het is goed om te weten wat de verschillen zijn.
De risicowaarschuwingen die we sinds begin dit jaar geven bij het afrekenen, daar gaan we mee door. Ook zijn we bezig met het ontwikkelen van een keurmerk verantwoorde zorg voor online verkoop. En denk ook aan de mondkapjes die per 1 juni verplicht zijn in het openbaar vervoer. Ok daarin speelt de drogist een onmisbare rol. Je kunt zeggen dat we even de accenten verleggen, maar de focus blijft op het borgen van de zelfzorgrol van de drogist, de erkend specialist in zelfzorg.”
Aanhouder
“We hebben als branche aangetoond heel erg relevant te zijn, zowel richting overheid en andere stakeholders als richting het publiek. Denk ook aan de grote en unieke campagne op televisie, radio en online waarin we het publiek de onmisbare rol van de drogist hebben laten zien. Alleen al de televisiespot werd meer dan 50 maal uitgezonden: miljoenen mensen hebben dit gezien. Het gaat er nu om dat vast te houden. Dankzij corona hebben consumenten toch het gevoel: ik kan altijd bij die drogist terecht. Daarop moeten we voortborduren. De aanhouder wint.”