Door: Harry Piet
Zondagochtend 8 maart: ik zat in mijn werkkamer en had beloofd een column te schrijven. De sterftecijfers van griep intrigeerden mij en ik dook daar in. Dat leidde tot de column die nu gedrukt is.
Op die dag was er nog maar één slachtoffer gevallen door het coronavirus. We zijn nu bijna twee weken later en er zijn inmiddels 76 mensen overleden. En dat stelt mijn column in een wat ander daglicht: de cijfers in mijn column kloppen, en de redenering erachter ook, maar in het licht van de huidige realiteit, komt dat deel van mijn column met de wetenschap van nu over als te makkelijk en ongepast. Zeker de koptekst zou ik nu nooit meer gebruiken. Dat zit me wel dwars.
Intussen staat het deel van de column over de drogisterijen natuurlijk nog steeds recht overeind. Maar ik wil daar nog wat aan toevoegen. Namelijk dat uw en mijn medewerkers zo’n beetje van beton moeten zijn om zich te weren tegen onredelijke klanten. Er worden topprestaties geleverd op de werkvloer. En toch wordt ze van alles naar het hoofd geslingerd, omdat we klanten maar één doosje paracetamol meegeven.
Ik heb mensen horen zeggen: “Jullie zijn NSB’ers” en “jullie zijn straks verantwoordelijk voor de dood van mijn kinderen”. Ik begrijp het best: mensen zijn in de war en moeten dat op iemand projecteren. Maar het is natuurlijk niet normaal dat je zoiets tegen drogisterijmedewerkers durft te zeggen.
Dus vanaf deze plek een heel groot applaus voor alle medewerkers in onze branche. We houden ons vast aan de vele positieve reacties van klanten, die blij zijn dat we nog zo veel kunnen leveren. Sterkte in de strijd voor iedereen de komende tijd.
Harry Piet